Tijdens de Franse bezetting wordt de Buurkerk gebruikt als hooimagazijn, veldbakkerij en stal.
Tijdens de Franse bezetting wordt de Buurkerk gebruikt als hooimagazijn, veldbakkerij en stal.
De Bataafse republiek, met scheiding van kerk en staat, wordt in Nederland uitgeroepen en beïnvloedt uiteraard ook het politieke klimaat van Utrecht.
Niet de kerk, maar de stad wordt eigenaar van de Buurtoren.
In de Buurkerk wordt een armenkerkje ingericht om er het volk te kunnen onderwijzen. Ze zouden leven ‘in eene treurige bijna heidensche onkunde’. Ook kunnen ongehuwde moeders hier hun kinderen laten dopen.
Vanaf het jaar 1813 verdrievoudigt het aantal inwoners van de stad Utrecht. De Buurkerk heeft een levendige, protestantse gemeenschap.
Het stadsbestuur poogt de westelijke gevel en de toren van de Buurkerk te slopen, maar deze plannen vinden gelukkig geen doorgang. De luidfuncties van de klokken in de Buurtoren hebben helaas aan kracht verloren. De protestantse kerk probeert nog steeds een functie voor haar stadsbewoners te vervullen, maar de kerkgemeente wordt langzaamaan minder actief.
De beroemde orgelbouwer J.F. Witte voltooit de bouw van een nieuw, imposant kerkorgel. Op Eerste Paasdag wordt het orgel ingewijd.
Cholera-epidemieën breken uit binnen de volgebouwde stadswal. De bevolking slinkt aanzienlijk en dat is ook te merken in de kerkgemeente van de Buurkerk.